Wie is Roesja Trimbos?

Roesja Trimbos (1983) is beeldend kunstenaar en werd opgeleid aan de kunstacademies in Utrecht (HKU), Den Haag (KABK) en Sydney (COFA). Zij werkte in Leiden, Noordwijk, Barcelona en in Goedereede. 

Roesja Trimbos (1983) werd opgeleid aan de kunstacademies in Utrecht (HKU), Den Haag (KABK) en Sydney (COFA). Zij heeft op meerdere plaatsen gewerkt waaronder Leiden, Noordwijk, Utrecht, Sydney en Barcelona. Zij exposeerde in Noordwijk, Leiden en Amsterdam en werkte samen met bekende kunstenaars als Maja van Hall en Krijn de Koning.
Haar voornaamste werkvorm is schilderen maar zij experimenteert ook met andere media en materialen. Daarnaast maakt zij ook desktop art. Haar werk valt op door zijn diversiteit en het voortdurend experimenteren en zoeken naar nieuwe wegen en uitdrukkingsmogelijkheden.
 
In recensies van haar werk is gewezen op een aantal authentieke kenmerken  die steeds opvallen in haar kunst: rauw, speels en expressief.  
 
Haar schilderkunst gaat meestal ook over primaire menselijke behoeften: warmte, liefde, geborgenheid en veiligheid. Zij schildert daarbij intuïtief waarbij het proces van schilderen een directe en versimpelde vertaling is van het onderwerp, ontdaan van alle tussenlagen en een letterlijke vingerafdruk van het gevoel en de emotie die de basis vormt van het werk. In die zin is het primaire kunst of basic art, zelfs de kleurkeuze is intuïtief. De 'leesbaarheid' van haar doeken voor de kijker is een bijvangst en geen doel op zich maar wordt vergemakkelijkt doordat de genoemde basisbehoeften herkenbaar zijn voor iedereen.
 
Het schilderen zonder penseel en met de hand geeft uiting aan de directe overdracht van het idee op het doek. Zoals gezegd het is een letterlijke vingerafdruk van de maker. De afmeting van de doeken is een onderdeel van de uitdaging die zij zoekt en die nodig is om het proces van schilderen in een vorm van 'flow' te kunnen uitvoeren.
 
Haar werk geeft soms uitdrukking aan ongunstige tijden maar ook aan de liefde om kunst te maken en aan de vreugde van het creeëren op zich. Het heeft een kant van ‘raw energy’ maar ook een zachte kant met relativerende humor waarbij de kijker altijd zijn of haar eigen invulling mag geven.
 
Wat in haar werk opvalt is de symbiose tussen discipline en motivatie. Discipline zoals sommige schrijvers dat hebben: iedere dag in een vaste routine achter het papier en schrijven alsof het een opdracht is die vervult moet worden. En motivatie die gevoed en aangedreven wordt door een onophoudelijke bron van inspiratie. Ook die motivatie geeft een continue drang om te schilderen zozeer dat je ongelukkig wordt als je het niet doet, als je doeken op zijn of als het gewoon een keer niet lukt. De combinatie van die twee factoren resulteert in een hoge produktie van werk.
 
 
Veel van haar schilderijen zijn second of third life layers waarbij over oudere doeken wordt heengeschilderd waarbij diepere lagen verf zichtbaar blijven en doorschemeren door de nieuwe lagen heen. Vaak zijn dat ogen of delen van eerdere portretten. Een dergelijke manier van werken heeft kenmerken van wedergeboorte, nieuwe kansen en duurzaamheid.

 (tekst Karel Ankerman)